Bij de toepassing van de Brusselse EPB-regelgeving speelt ventilatie een belangrijke rol. Voor elk lokaal moet voldoende luchttoevoer en -afvoer voorzien worden, volgens de ventilatie-eisen die vastgelegd zijn voor de verschillende soorten ruimtes. Maar wanneer is een lokaal nieuw gecreëerd? En welke eisen zijn dan van toepassing?
De regelgeving beschouwt een lokaal als nieuw gecreëerd in de volgende situaties:
In al deze gevallen gaat het om een wijziging in de ruimtelijke indeling die het gebruik en de ventilatiebehoefte beïnvloedt.
Voorbeelden
Wanneer is het géén nieuw lokaal?
Sommige wijzigingen vallen niet onder “nieuw gecreëerd lokaal”:
Als een nieuw lokaal ontstaat, moet de EPB-verslaggever nagaan of het een droog lokaal of een vochtig lokaal betreft. Afhankelijk daarvan gelden de volgende verplichtingen:
Bij een combinatie (bv. een keuken met eetruimte) gelden gedeeltelijke eisen per type ruimte.
Het correct inschatten of een ruimte een nieuw gecreëerd lokaal is, bepaalt of extra ventilatievoorzieningen verplicht zijn. Dit kan een aanzienlijke impact hebben op de ontwerpkeuzes en de kostprijs van het project.
Voor architecten en EPB-verslaggevers is het dus cruciaal om bij elke verbouwing of uitbreiding expliciet na te gaan:
Een lokaal is nieuw gecreëerd zodra de werken de ruimtelijke indeling wijzigen (splitsen, samenvoegen, uitbreiden of nieuwbouwen). In dat geval gelden de ventilatie-eisen zoals voorzien in de Brusselse EPB-regelgeving, afhankelijk van het type lokaal.
Is de ruimte niet nieuw gecreëerd, dan gelden er enkel ventilatie-eisen als het een droge ruimte betreft (leefruimte, slaapkamer, bureau,...) waarbij het buitenschrijnwerk is vervangen.
(bron: Vademecum EPB-werkzaamheden juli 2017, hoofdstuk 6, hygiënische ventilatie)