Verlichting in EPB-verslaggeving: installatie-eisen, berekening en praktijkvoorbeelden

Alles over verlichting in EPB in Vlaanderen: installatie-eisen, maximale vermogens uit Energiebesluit Bijlage XII, CIE fluxcodes en rekenvoorbeelden voor een optimaal E-peil.

 

Inleiding

In de Vlaamse energieprestatieregelgeving (EPB) wordt verlichting, zeker in niet-residentiële gebouwen, beschouwd als een belangrijke verbruiker. De keuze van verlichting en regeltechnieken kan het E-peil met tientallen punten beïnvloeden.

In dit artikel gaan we in op:

  • de installatie-eisen voor verlichting volgens het Energiebesluit (Bijlage XII),
  • de rekenmethodes in de EPB-software,
  • de impact op het E-peil,
  • de rol van CIE fluxcodes,
  • en enkele praktische voorbeelden.

 


Installatie-eisen voor verlichting in Vlaanderen

Voor wie?

De eisen gelden voor niet-residentiële gebouwen (kantoren, scholen, winkels, …) met een bouwaanvraag vanaf 1 januari 2015. Voor woningen geldt de verlichtingseis niet.

Maximale vermogens (Bijlage XII)

Bijlage XII van het Energiebesluit legt per ruimtetypologie een maximum specifiek geïnstalleerd vermogen vast (w_max).

Ruimtetypologie (Bijlage XII)

Max. vermogen (W/m²)

Kantoor

15 W/m²

Landschapskantoor

12 W/m²

Vergaderzaal

12 W/m²

Schoolklas / opleidingsruimte

12 W/m²

Handel / winkelruimte

25 W/m²

Restaurant / refter

15 W/m²

Hotelkamer

7,5 W/m²

Circulatie (gangen, traphallen)

10 W/m²

Sanitair

10 W/m²

Sporthal

20 W/m²

Opslagruimte

8 W/m²

Afhankelijk van de functietypologie moet de ontwerper of EPB-verslaggever een classificatie maken per ruimte. Dit bepaalt welk maximum geldt.

 


Rekenmethode in de EPB-software

Optie 1: Gedetailleerde methode

  • Invoer van het werkelijk geïnstalleerde vermogen (W/m²).
  • Correctiefactoren worden toegepast voor daglichtsturing (f_day), aanwezigheidsdetectie (f_pres) en dimming (f_dim).
  • Resultaat: equivalent vermogen w_equiv = w × f_pres × f_day × f_dim.

Dit w_equiv wordt vergeleken met de maxima uit Bijlage XII.

 

Optie 2: Waarde bij ontstentenis

  • Als geen details bekend zijn, rekent de software met vaste waarden:
    • Handel: 30 W/m²
    • Andere niet-residentiële functies: 20 W/m²
  • Geen correctiefactoren → altijd ongunstig.

Impact: wie kiest voor deze optie riskeert tot 20 E-peilpunten slechter te scoren dan bij de gedetailleerde methode. Bij Egeon ingenieurs gaan we de verlichting steeds zo gedetailleerd mogelijk inrekenen om een optimaal E-peil te bekomen.

 


Impact van verlichting op het E-peil

Verlichting beïnvloedt het E-peil op twee manieren:

  1. Het rechtstreekse primair energieverbruik van de verlichting.
  2. Via de hulpvariabele L, een indicator voor het verlichtingsrendement.

Hoe lager het vermogen en hoe beter de regelbaarheid (detectie, dimming), hoe gunstiger de E-peilscore.

 


CIE fluxcodes: wat en waarom belangrijk?

De CIE fluxcode is een internationaal systeem van de Commission Internationale de l’Éclairage (CIE) om de lichtverdeling van armaturen te beschrijven.

Belang voor EPB:

  • Efficiëntie van verlichting: de fluxcode geeft aan hoeveel licht in de nuttige zones (0–60°) terechtkomt.
  • Verliesbeoordeling: inefficiënte armaturen met veel strooilicht scoren slechter.
  • EPB-software-invoer: correcte fluxcodes maken het mogelijk om realistische waarden in te voeren. Zonder fluxcode → gebruik van defaultwaarden, meestal nadelig.

Praktisch voorbeeld

  • Moderne LED-armatuur met reflector: 85% van de lichtstroom in de nuttige zone → gunstige fluxcode.
  • Oude TL-armatuur zonder reflector: slechts 55% nuttige flux → slechte fluxcode → hogere rekenwaarde in EPB.

📌 Tip: vraag altijd de fotometrische bestanden (IES- of EULUMDAT) van de fabrikant. Deze bevatten de fluxcodes en vermijden een ongunstige “waarde bij ontstentenis”. We hebben voor de EPB-berekening volgende parameters nodig van de armaturen: N2, N4, N5 en de lichtstroom per lamp (bv 100 lumen/W).

 


Praktische rekenvoorbeelden bij renovatie of industrie

Voorbeeld A: Hotelkamer

  • Oppervlakte: 10 m²
  • Geïnstalleerd vermogen: 100 W → w = 10 W/m²
  • Aanwezigheidsdetectie: f_pres = 0,4
  • w_equiv = 10 × 0,4 = 4 W/m²
  • Toelaatbaar maximum = 7,5 W/m² → voldoet


Voorbeeld B: Kantoorruimte

  • Oppervlakte: 12 m²
  • TL-verlichting: 210 W → w = 17,5 W/m²
  • Zonder sturing → w_equiv = 17,5 W/m²
  • Maximum: 15 W/m² → voldoet niet

 


Samenvatting: gedetailleerd vs. forfaitair

Methode

Gedetailleerd (aanbevolen)

Waarde bij ontstentenis (af te raden)

Invoer in software

Werkelijk vermogen + sturingsfactoren

Vaste waarden (20–30 W/m²)

Correctiefactoren

Ja (f_pres, f_day, f_dim)

Nee

Impact op E-peil

Realistisch en vaak gunstig

Tot 20 E-peilpunten slechter

 


Conclusie

Voor niet-residentiële projecten in Vlaanderen is het correct inrekenen van verlichting in EPB cruciaal.

  • Respecteer de maxima uit Bijlage XII.
  • Werk zoveel mogelijk met de gedetailleerde methode en vermijd forfaitaire waarden.
  • Vraag CIE fluxcodes of fotometrische bestanden van armaturen op bij de fabrikant.
  • Integreer sturingstechnieken (detectie, daglichtregeling, dimming) om het E-peil aanzienlijk te verbeteren.

 

Wil je jouw project laten doorrekenen met een optimale verlichtingsstrategie?
Egeon ingenieurs helpt architecten en bouwheren met het correct inrekenen van verlichting, inclusief fluxcodes en EPB-staving, zodat je project voldoet én energiezuinig is. Want onze aanpak is jouw gemoedsrust.

 

Contacteer ons