In Vlaanderen geldt bij nieuwbouw en ingrijpende energetische renovaties (IER) een minimumaandeel hernieuwbare energie. Dat betekent dat een deel van de energiebehoefte verplicht moet worden ingevuld met duurzame technieken.
Het minimumaandeel hernieuwbare energie wordt uitgedrukt als een minimale primaire energiehoeveelheid (kWh) per eenheid (m²) en per jaar.
Voor de concrete eisen van projecten met bouwaanvraagdatum voor 1/1/2025 (afhankelijk van de datum van de bouwaanvraag, aard van de werken en de bestemming van het gebouw) verwijzen we door naar de website van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap.
Voor projecten met bouwaanvraagdatum vanaf 1/1/2025 gelden de volgende eisen met betrekking tot hernieuwbare energie:
Voor omgevingsvergunningsaanvragen vanaf 2025 is een gasaansluiting geen optie meer. De gebouwverwarming kan enkel nog met een warmtepomp, een warmtenet, een biomassaketel of directe elektrische verwarming. Deze laatste vorm geeft weliswaar een zeer nadelig effect op het E-peil, behalve bij een zeer lage warmtevraag.
Voor het minimumaandeel aan hernieuwbare energie kijken we enkel nog naar de eigen productie, via thermische en fotovoltaïsche zonne-energiesystemen, dus via zonneboilers en zonnepanelen.
Er zijn verschillende mogelijkheden om het minimumaandeel hernieuwbare energie in te vullen:
Een nieuwbouwwoning moet minstens 15 kWh/m² aan zonne-energie voorzien en een niet-residentiële eenheid minstens 20 kWh/m² door middel van 1 of meerdere van de onderstaande technieken:
|
|
Volledige participatie, die 10 kWh/m² hoger ligt dan het algemene eisenniveau waarbij concrete maatregelen moeten genomen worden op de eigen site. De participatie moet voldoen aan:
Gedeeltelijke participatie, waarbij participatie wordt ingezet als aanvulling op een andere maatregel (zie optie 1 hierboven). Ook bij een gedeeltelijke participatie moet men in totaal 10 kWh/m² extra investeren (om productie ter plaatse te stimuleren).
|
Alle ingrijpende energetische renovaties met bouwvergunningsaanvraag vanaf 1 januari 2023 moeten minstens 20 kWh per m² bruto vloeroppervlakte uit 1 of meerdere hernieuwbare bronnen halen: zowel niet-residentiële gebouwen als woongebouwen (residentieel).
Het invullen van dit minimumaandeel kan op verschillende manieren:
Minstens 20 kWh per m² bruto vloeroppervlakte aan hernieuwbare energie produceren, door middel van 1 of meerdere van de onderstaande technieken:
|
|
Bij een IER mogen de bestaande zonnepanelen mee ingerekend worden. De volledige energievraag voor ruimteverwarming dekken door middel van 1 of meerdere van de onderstaande technieken:
Bovenop de hernieuwbare opwekking voor verwarming moet ook het sanitair warm tapwater voor baden en douches aangesloten zijn op een van bovenstaande technieken. Voor aanrechten (keuken, uitgietbakken,...) is dat geen vereiste. |
|
Volledige participatie, die 10 kWh/m² hoger ligt dan het algemene eisenniveau waarbij concrete maatregelen moeten genomen worden op de eigen site. De participatie moet voldoen aan:
Gedeeltelijke participatie, waarbij participatie wordt ingezet als aanvulling op een andere maatregel (zie optie 1 hierboven). Ook bij een gedeeltelijke participatie moet men in totaal 10 kWh/m² extra investeren (om productie ter plaatse te stimuleren).
|
Er zijn gevolgen als je niet voldoet aan het minimumaandeel:
Egeon Ingenieurs helpt je om vanaf de ontwerpfase de juiste keuzes te maken. Zo ben je zeker dat je project voldoet aan de EPB-eisen én optimaal profiteert van duurzame technieken.