1758026511.png

Minimumaandeel hernieuwbare energie: wat moet je weten?

In Vlaanderen geldt bij nieuwbouw en ingrijpende energetische renovaties (IER) een minimumaandeel hernieuwbare energie. Dat betekent dat een deel van de energiebehoefte verplicht moet worden ingevuld met duurzame technieken.

Het minimumaandeel hernieuwbare energie wordt uitgedrukt als een minimale primaire energiehoeveelheid (kWh) per eenheid (m²) en per jaar.

Voor de concrete eisen van projecten met bouwaanvraagdatum voor 1/1/2025 (afhankelijk van de datum van de bouwaanvraag, aard van de werken en de bestemming van het gebouw) verwijzen we door naar de website van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap.

https://www.vlaanderen.be/epb-pedia/epb-plichtig-toepassing-en-eisen/epb-eisen/verplicht-aandeel-hernieuwbare-energie/hernieuwbare-energie-overzicht-van-de-eisen-huidig/hernieuwbare-energie-overzicht-van-de-eisen-voor-bouwaanvragen-van-01-01-2019-tem-31-12-2022

 

Voor projecten met bouwaanvraagdatum vanaf 1/1/2025 gelden de volgende eisen met betrekking tot hernieuwbare energie:

 

In het geval van nieuwbouw

Voor omgevingsvergunningsaanvragen vanaf 2025 is een gasaansluiting geen optie meer. De gebouwverwarming kan enkel nog met een warmtepomp, een warmtenet, een biomassaketel of directe elektrische verwarming. Deze laatste vorm geeft weliswaar een zeer nadelig effect op het E-peil, behalve bij een zeer lage warmtevraag.

Voor het minimumaandeel aan hernieuwbare energie kijken we enkel nog naar de eigen productie, via thermische en fotovoltaïsche zonne-energiesystemen, dus via zonneboilers en zonnepanelen.

Er zijn verschillende mogelijkheden om het minimumaandeel hernieuwbare energie in te vullen:

 

Een nieuwbouwwoning moet minstens 15 kWh/m² aan zonne-energie voorzien en een niet-residentiële eenheid minstens 20 kWh/m² door middel van 1 of meerdere van de onderstaande technieken:

  • zonnepanelen (PV)
  • zonneboiler
  • participatie (zie optie 2)
 

Volledige participatie, die 10 kWh/m² hoger ligt dan het algemene eisenniveau waarbij concrete maatregelen moeten genomen worden op de eigen site. De participatie moet voldoen aan:

  • minstens 25 kWh/m² bruto vloeroppervlakte voor woongebouwen (namelijk 15 kWh/m² aan zonne-energie + 10) en minstens 30 kWh/m² voor niet-residentiële eenheden (namelijk 20 kWh/m² aan zonne-energie + 10).
  • minstens 75 eurocent per kWh, en dus 18,75 euro per m² bruto vloeroppervlakte (namelijk 25 kWh/m² *0,75 eurocent per kWh) voor wooneenheden en minstens 22,50 euro per m² voor niet-residentiële eenheden.

 

Gedeeltelijke participatie, waarbij participatie wordt ingezet als aanvulling op een andere maatregel (zie optie 1 hierboven). Ook bij een gedeeltelijke participatie moet men in totaal 10 kWh/m² extra investeren (om productie ter plaatse te stimuleren).

  • Voorbeeld: de algemene eis is 15 kWh/m² voor een woongebouw en u behaalt al 10 kWh/m² door zonnepanelen te plaatsen. In dat geval moet u nog 15 kWh/m² (namelijk 5 + 10 kWh/m²) investeren in participatie.
  • Die participatie moet ook 75 eurocent per kWh bedragen. Voor bovenstaand voorbeeld is dat 11,25 euro per m².

 


In het geval van een ingrijpende energetische renovatie (IER)

Alle ingrijpende energetische renovaties met bouwvergunningsaanvraag vanaf 1 januari 2023 moeten minstens 20 kWh per m² bruto vloeroppervlakte uit 1 of meerdere hernieuwbare bronnen halen: zowel niet-residentiële gebouwen als woongebouwen (residentieel).

Het invullen van dit minimumaandeel kan op verschillende manieren:

 

Minstens 20 kWh per m² bruto vloeroppervlakte aan hernieuwbare energie produceren, door middel van 1 of meerdere van de onderstaande technieken:

  • zonnepanelen (PV)
  • zonneboiler
  • warmtepomp en warmtepompboiler
  • ketel, kachel of WKK op biobrandstof*
  • stadsverwarming (via een warmtenet)
  • gedeeltelijke participatie (zie verder in optie 3)
 

Bij een IER mogen de bestaande zonnepanelen mee ingerekend worden.

De volledige energievraag voor ruimteverwarming dekken door middel van 1 of meerdere van de onderstaande technieken:

  • warmtepomp
  • ketel, kachel of WKK op biobrandstof*
  • energie-efficiënte stadsverwarming of (via een warmtenet) met een aandeel hernieuwbare energie van tenminste 50%, 50% restwarmte of een combinatie van beide.

Bovenop de hernieuwbare opwekking voor verwarming moet ook het sanitair warm tapwater voor baden en douches aangesloten zijn op een van bovenstaande technieken. Voor aanrechten (keuken, uitgietbakken,...) is dat geen vereiste.

 

Volledige participatie, die 10 kWh/m² hoger ligt dan het algemene eisenniveau waarbij concrete maatregelen moeten genomen worden op de eigen site. De participatie moet voldoen aan:

  • minstens 30 kWh/m² bruto vloeroppervlakte
  • minstens 75 eurocent per kWh, en dus 22,50 euro per m² bruto vloeroppervlakte (namelijk 30 kWh/m² *0,75 eurocent per kWh)
  • Extra voorwaarden

Gedeeltelijke participatie, waarbij participatie wordt ingezet als aanvulling op een andere maatregel (zie optie 1 hierboven). Ook bij een gedeeltelijke participatie moet men in totaal 10 kWh/m² extra investeren (om productie ter plaatse te stimuleren).

  • Voorbeeld: de algemene eis is 20 kWh/m² en u behaalt al 15 kWh/m² door zonnepanelen te plaatsen. In dat geval moet u nog 15 kWh/m² (namelijk 5 + 10 kWh/m²) investeren in participatie.
  • Die participatie moet ook 75 eurocent per kWh bedragen. Voor bovenstaand voorbeeld is dat 11,25 euro per m².

 


Wat als je niet voldoet?

Er zijn gevolgen als je niet voldoet aan het minimumaandeel:

  • Voor nieuwbouw wordt het maximale toegestane E-peil strenger met 15 %.
  • Voor ingrijpende energetische renovatie wordt het maximale toegestane E-peil strenger met 10 %.
  • Bij onvoldoende inzet op hernieuwbare energie én niet voldoen aan de strengere E-peileis kan een administratieve geldboete volgen.

 


Onze rol

Egeon Ingenieurs helpt je om vanaf de ontwerpfase de juiste keuzes te maken. Zo ben je zeker dat je project voldoet aan de EPB-eisen én optimaal profiteert van duurzame technieken.

Contacteer ons